Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo ging hij weg van Elisa, en kwam tot zijn [21]heer, die tot hem zeide: Wat heeft Elisa tot u gezegd? En hij zeide: Hij heeft tot mij gezegd: [22]Gij zult zekerlijk genezen. 21. Den koning van Syrie. 22. Hebreeuws, levend zijnde zult gij leven; dat is, zekerlijk genezen. Hij verhaalt het tegendeel van hetgeen Elisa hem gezegd had, volgens de overzetting van vs.10.